Ruitenwisservloeistof bijvullen

Het bijvullen van ruitenwisservloeistof is een eenvoudig proces dat je zelf kunt doen. Hier is hoe je het doet:

1. Open de motorkap van je auto. De vloeistoftank voor de ruitenwissers is meestal gelegen aan de zijkant van de motorruimte. De locatie kan variëren afhankelijk van het merk en type van je auto.

2. Zoek naar de vloeistoftank. Het zal meestal een transparant reservoir zijn met een dop of een schroefdop erop.

3. Haal de dop of de schroefdop van de tank en voeg de vloeistof toe. Let erop dat je de juiste soort vloeistof gebruikt. De meeste moderne auto's gebruiken een speciale ruitenwisservloeistof die resistent is tegen bevriezing, maar het is altijd beter om de aanbeveling van de fabrikant te volgen.

4. Controleer het niveau van de vloeistof. De vloeistoftank moet volledig gevuld zijn. Als het niveau laag is, voeg dan meer vloeistof toe totdat de tank vol is.

5. Doe de dop of de schroefdop weer op de tank.

6. Zet de ruitenwissers aan en controleer of de vloeistof goed wordt gesproeid. Als de vloeistof niet uit de sproeiers komt, controleer dan of de dop of de schroefdop goed op de tank is gedraaid.

Let op:

- Gebruik alleen de juiste soort ruitenwisservloeistof die door de fabrikant wordt aanbevolen.
- Voorkom dat u de ruitenwisservloeistof in contact komt met de verf of lak van uw auto, want dit kan beschadiging veroorzaken.
- Als uw auto een afsluitbare dop heeft, zorg er dan voor dat de dop goed afgesloten is, zodat de vloeistof niet kan ontsnappen.
- Controleer regelmatig het niveau van de vloeistof en vul het aan als het nodig is.

Het is aan te raden om uw ruitenwisservloeistof regelmatig te controleren en te verversen, vooral als u in een koude klimaat woont of vaak in gebieden rijdt waar veel sneeuw en regen voorkomt.